"Waarom plaats jij geen posts meer over jouw belevenissen in Zuid-Afrika?", zo luiden enkele reacties vanuit Nederland en Duitsland. Ik ben oh zo blij dat er sowieso iemand naar mijn blog kijkt, maar dat opvalt dat ik lui geworden ben, dat streelt mijn ego. Gisteren zat ik dit te overpeinzen in de auto. Op zich wel leuk dat denkwerk, maar dat heeft zo zijn nadelen op 's heren wegen in den vreemde. Vooral als je links moet rijden en er zijn geen andere auto's in zicht die het goede voorbeeld geven. Maar goed, dat terzijde. Wat was mijn conclusie van dat nadenken? Als ik schrijf over kunst en cultuur (waar de KKNK over gaat), dan is het berichten daarover vooral iets wat buiten jezelf ligt.
Na afloop van de KKNK ben ik me vooral als traditionele toerist gaan gedragen. En daar doet men gewoontegetrouw verslag van met behulp van foto's. Hier zijn er enkele.
Woorden schieten tekort om je beleving over te brengen van wat je ziet. Zoals die troep apen die met zo'n 25 stuks (hier gaat het al fout want een wezen is geen stuk, behalve bevallige jonge vrouwen dan) op en naast de weg lopen. Hoe beschrijf ik mijn emotie bij het zien van een pasgeboren aapje dat zich op de rug van zijn of haar moeder vastklauwt? Of een ouder aapjeskind dat op de rug van de moeder springt die vervolgens onmiddellijk aan de wandel gaat. Mijn woorden schieten dan waarachtig tekort. Dus waag ik me er niet aan. Ik waag me er ook niet aan als ik twee olifanten zie paren.
Ik wil trouwens helemaal geen toerist zijn hier. Mijn beleving van Zuid-Afrika gaat veel dieper. Vandaag zit ik met de neus tussen de boeken (uiteraard in het Afrikaans): een misdaadroman van Irma van Zyl met de titel Gifbeker en de gepubliceerde liefdesbrieven die ik hierboven al aanhaalde. Later zal ik van Gifbeker een recensie schrijven en op mijn blog plaatsen.
Zie hier de reden van enkele keren niet bloggen. Nou goed?
Geen opmerkings nie:
Plaas 'n opmerking